Proces & Kosten - Keurmerk Kortdurende Generalistische GGZ
Na aanmelding voor het Keurmerk volgt de kwalificatieperiode. In deze periode moet je met een zelfevaluatie aantonen dat je praktijk of instelling aan alle normen invulling geeft. Voor het Keurmerk betaal je een afdracht over je (historische) gerealiseerde omzet Basis GGZ.
Aanvragen
De aanvraagperiode voor het Keurmerk 2023 is gesloten. Medio september 2023 start de aanmelding voor het Keurmerk 2024.
Proces: kwalificatie en zelfevaluatie
Het keurmerkproces kent vier fases:
- Aanvraag - aanbieders die generalistisch en kortdurend behandelen kunnen het Keurmerk aanvragen
- Voorbereiding - na de aanvraag starten de voorbereidingen om uiterlijk per 1 januari invulling te geven aan de normen en criteria
- Kwalificatie - met een zelfevaluatie moet de aanbieder aantonen aan alle normen van het Keurmerk invulling te geven
- Ontvangst Keurmerk - aanbieders die zich tijdig kwalificeren voor het Keurmerk ontvangen het keurmerkcertificaat en blijven opgenomen in het Keurmerkregister
In het Handboek Keurmerk 2023, vanaf pagina 6, staat een overzicht van deze fases en per fase een uitgebreide toelichting.
Kosten
Voor het Keurmerk betaalt de zorgaanbieder een afdracht over de gerealiseerde omzet Generalistische Basis GGZ (GBGGZ) aan Stichting KiBG. De vergoeding voor het Keurmerk 2023 is:
0,9% van de gerealiseerde omzet GBGGZ in 2020 bij de bij Stichting KiBG aangesloten zorgverzekeraars* en netwerkorganisaties**; de minimale vergoeding bedraag €75,= per jaar
* CZ, Menzis, VGZ, Zilveren Kruis
** Vicino, Cenzo
Voor ‘gerealiseerde omzet GBGGZ’ volgen wij de definitie van de NZa: ‘de prestaties Basis GGZ die in kalenderjaar t worden geopend en uiterlijk 1 juli jaar T+2 zijn gehonoreerd inclusief de correcties volgend uit de materiële controles tot 1 juli jaar T+2’.
We gebruiken cijfers die vaststaan
De vergoeding voor het Keurmerk wordt gebaseerd op omzetcijfers van drie jaar eerder. Dat doen we omdat deze omzetcijfers vaststaan. Daarmee voorkomen we nacalculaties. Partijen zonder omzet in 2020 betalen de minimale vergoeding van €75,=. Had een zorgaanbieder in 2020 een aanmerkelijk hogere omzet dan voorzien in 2023? Dan kunnen we individuele afspraken maken.
We verlagen de vergoeding als dat kan
De vergoeding wordt zo vastgesteld dat het totaal aan inkomsten dekkend is voor de uitgaven. Wanneer het mogelijk is de vergoeding te verlagen doen we dit. Zo is de afdracht reeds in stappen verlaagd van 2% in 2015 naar 0,9% in 2023.